De jury vond het een echt griezelverhaal, daarbij geïllustreerd met geweldige tekeningen. Dat maakte dat Pepijn de eerste prijs heeft gewonnen. Inmiddels heeft hij de prijs ontvangen. Pepijn: veel plezier ermee. En wie weet hebben we nog meer schrijf- en tekentalenten in de wijk, dus doe volgende keer allemaal gezellig mee en maak kans op mooie prijzen.

Hieronder vindt u het verhaal van Pepijn.

Halloween met de pompoen man

Dit verhaal begint bij de eerste dag voor Halloween.
Het was op tv dat er iemand vermist is, dus ik en mijn vrienden gaan zoeken. We beginnen bij het kerkhof maar opeens hoorden we gekraak en er kwam opeens mist, maar een van ons werd opeens weggetrokken. Maar toen de mist ophield, viel hij weer op de grond. Hij was dood. Ik zag dat hij spijkers door zijn hoofd had. Ik zag dat hij nog net zijn laatste adem uitblies. Hij was helemaal bleek en toen renden we voor ons leven. Maar wat er toen gebeurde… Een plant bewoog en pakte de voet en liet een van ons struikelen en hij werd weggesleurd in een graf. Ahhhhhhhrgggg. Ik en mijn andere vriend renden snel verder. Ik was bang en opeens, wat we niet hadden verwacht, kwamen er stekels door de grond maar we konden er nog net over heen springen. Toen waren we bij de uitgang van het kerkhof. Toen verscheen er in het donker een vage schaduw van eeeeennnnn, wacht, want het is een pompoen. Hij zei: “Wees niet bang, er is niets om bang voor te zijn, hoor.
Kom maar bij mijjjjjjjjjjj, kinderen”. “Leugenaar”, zei ik rennend. Toen gingen we allebei naar ons huis en moesten er eens goed over nadenken wat er nou was gebeurd. Onze ouders waren heel boos, natuurlijk, maar hoe zeggen we het tegen hun moeders dat ze dood zijn? Lijkt me niet handig.
griezelen-tekening0001De volgende dag was het Halloween. ik en mijn vriend hadden afgesproken nog een keer naar het bos te gaan maar eerst moesten we spullen in de kelder van mijn vader zoeken, allemaal wapens. OK, we waren bij het kerkhof. Er stond op een muur met bloed geschreven: “Als je je vriend die nog leeft, terug wilt moet je een boek halen bij de berg. Daar staat een eng huis en daar woont een heks zonder ogen”. We kloppen op de deur, ze doet open en we rennen naar binnen. Mijn vriend leidt haar af. Dan zoek ik het boek. Ik zocht en ik zocht, maar ik kon het niet vinden. Maar daar zag ik het. Ik pakte het snel en we renden naar buiten. Ze zei nog net: “Ik vervloek jullieeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeee”.
Dus we kwamen aan bij de pompoen man en hij zei: “Heb je het boek?” “Ja, maar voordat je het krijgt, waarvoor ga je het gebruiken?” “Om een heel leger van pompoenen op te roepen, hahahahaha.” “Okeee, dan hier en nu willen wij onze vriend terug”.
“Ok”, zei de pompoen man hier en onze vriend kwam uit het niets. Hij viel op de grond. Hij had een spijker door zijn rug en hij was helemaal bleek. “Hihihihi”, grijnsde hij. Hij zei: “Jullie zijn echt dom, want jullie zeiden niet hoe jullie hem terug wilden. Hahaha.” Maar we pikten het niet langer en we pakten onze bijlen en wapen die we hadden gestolen uit mij vaders kelder en we vielen hem aan, maar de pompoen man sloeg mijn vriend tegen een boom en hij viel flauw. Hij was toen dood, maar ik sneed zijn kop eraf en er droop vies groen spul uit hem en een rare zwarte lucht. Het was voorbij.

Eindeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeee